Grondwet van Batavië

Moderator: [Jingdao] Guanchang

Locked
Mordechai B.E.

Grondwet van Batavië

Post by Mordechai B.E. »

Verouderde versie, actuelere versie(s) onder deze post.

Constitutie van het Vierde Koninkrijk Batavië

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.

Eerste Hoofdstuk

Artikel 1

Het Vierde Koninkrijk Batavië bestaat uit het Graafschap Gasconje, de groothertogdommen Noordbatavië en Zuidbatavië en daarnaast de overzeese gebieden.

Artikel 2

Allen die zich op het grondgebied van het Koninkrijk bevinden hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen. De wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen.

Artikel 3

Het Bataviërschap en de daarbij horende burgerschapsrechten en plichten worden middels een besluit van het Nationaal Beraad verleend en ontnomen binnen de grenzen van de wet.

Artikel 4

Per macropersoon kan slechts een micropersonage het burgerschap verkrijgen.

Tweede Hoofdstuk

Artikel 5

De Kroon van Batavië wordt door het Nationaal Beraad verleend en ontnomen.

Artikel 6

De koning is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wetten van het koninkrijk.

Artikel 7

De koning kan maximaal drie ministers aanstellen om hem bij te staan bij het uitvoeren van de wet.

Derde Hoofdstuk

Eerste Afdeling: Voorzitterschap

Artikel 8

De wetgevende macht van het Koninkrijk is in handen van het Nationaal Beraad.

Artikel 9

De koning is voorzitter van het Nationaal Beraad maar zal deze functie alleen uitoefenen wanneer het Nationaal Beraad geen ondervoorzitter heeft gekozen, wanneer de ondervoorzitter meer dan zes dagen niet aanwezig is geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig is.

Artikel 10

Wanneer zowel voorzitter als ondervoorzitter van het Nationaal Beraad meer dan zes dagen niet aanwezig zijn geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig zijn heeft iedere burger het recht het tijdelijk voorzitterschap op te eisen voor de duur van twee weken.

Artikel 11

Tot de taken van de voorzitter van het Nationaal Beraad zullen behoren:
  1. Het tellen van de stemmen na een stemronde.
  2. Het publiceren van aangenomen moties en wetten in het staatsblad.
  3. Het tot de orde roepen van leden die zich niet aan de voorschriften houden.
  4. Het ondertekenen van aangenomen wetten en moties met "Goedgekeurd door het Bataafse volk" met de datum waarop het voorstel is goedgekeurd.
Tweede afdeling: Orde

Artikel 12

Alle burgers hebben het recht om in het Nationaal Beraad te spreken, initiatief te nemen tot nieuwe voorstellen en te stemmen. Iedere burger heeft een stem.

Artikel 13

Een burger kan een stemming over een voorstel aanvragen door deze te plaatsen en uitdrukkelijk om een stemming te vragen.

Artikel 14

Een stemronde duurt tien dagen of tot een meerderheid van de stemgerechtigden het voorstel heeft aangenomen of verworpen.

Vierde Hoofdstuk

Artikel 15

De rechtsprekende macht van Batavië is gevestigd in het Nationaal Beraad.

Artikel 16

Er kan slechts sprake zijn van één aanklager en één aangeklaagde, beide hebben geen stem in het vonnis en zullen het rechtsgeding ook niet voorzitten.

Vijfde Hoofdstuk

Artikel 17

Voor het aannemen van een verdrag of grondwet of een wijziging van een verdrag of grondwet is een meerderheid van twee derde van de stemmen nodig.

Artikel 18

Voor het aannemen van een wet of motie is een normale meerderheid nodig.

Artikel 19

Geen van de wetten van de voorlopers van het Vierde Koninkrijk zal als bindend worden erkend.

Overgangsbepalingen

Artikel 19

Bij het aannemen van deze grondwet bezaten de volgende personen het Bataafs burgerschap:
  • Mordechai Ben Erasmus
    Max van Bunthe-Uné
    Harald van Ettlingar Freyu
    Alejandro Gonzalez
    Jeroen van Veen
    Arkadius des Vinandy
    Constantijn Windsor
Artikel 20

De Kroon van Batavië is verleend aan Mordechai Ben Erasmus.

Goedgekeurd door het Bataafse volk op 2 februari 2012.

Mordechai B.E.

Re: Grondwet van Batavië

Post by Mordechai B.E. »

Verouderde versie, actuelere versie(s) onder deze post.


Constitutie van het Vierde Koninkrijk Batavië

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.

Eerste Hoofdstuk

Artikel 1
  1. Het Vierde Koninkrijk Batavië bestaat uit het Graafschap Gasconje, de groothertogdommen Noordbatavië en Zuidbatavië, het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden en daarnaast de overzeese gebieden.
  2. De federale overheid van Batavië zal gevestigd zijn in het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.

Artikel 2

Allen die zich op het grondgebied van het Koninkrijk bevinden hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen. De wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen.

Artikel 3

Het Bataafs burgerschap en de daarbij horende rechten en plichten worden middels een besluit van het Nationaal Beraad verleend en ontnomen binnen de grenzen van de wet.

Artikel 4

Per macropersoon kan slechts een micropersonage het burgerschap verkrijgen.

Tweede Hoofdstuk

Artikel 5

De Kroon van Batavië wordt door het Nationaal Beraad verleend en ontnomen.

Artikel 6

De koning is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wetten van het koninkrijk.

Artikel 7

De koning kan maximaal drie ministers aanstellen om hem bij te staan bij het uitvoeren van de wet.

Derde Hoofdstuk

Eerste Afdeling: Voorzitterschap

Artikel 8

De wetgevende macht van het Koninkrijk en het recht om oorlog en vrede te verklaren ligt in handen van het Nationaal Beraad.

Artikel 9

De koning is voorzitter van het Nationaal Beraad maar zal deze functie alleen uitoefenen wanneer het Nationaal Beraad geen prefect heeft gekozen, wanneer de prefect meer dan zes dagen niet aanwezig is geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig is.

Artikel 10

Wanneer zowel voorzitter als prefect van het Nationaal Beraad meer dan zes dagen niet aanwezig zijn geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig zijn heeft iedere burger het recht het tijdelijk voorzitterschap op te eisen voor de duur van twee weken.

Artikel 11

Tot de taken van de voorzitter van het Nationaal Beraad zullen behoren:
  1. Het tellen van de stemmen na een stemronde.
  2. Het publiceren van aangenomen moties en wetten in het staatsblad.
  3. Het tot de orde roepen van leden die zich niet aan de voorschriften houden.
  4. Het ondertekenen van aangenomen wetten en moties met "Goedgekeurd door het Bataafse volk" met de datum waarop het voorstel is goedgekeurd.
Tweede afdeling: Orde

Artikel 12

Alle burgers hebben het recht om in het Nationaal Beraad te spreken, initiatief te nemen tot nieuwe voorstellen en te stemmen. Iedere burger heeft een stem.

Artikel 13

Een burger kan een stemming over een voorstel aanvragen door deze te plaatsen en uitdrukkelijk om een stemming te vragen.

Artikel 14

Een stemronde duurt tien dagen of tot een meerderheid van de stemgerechtigden het voorstel heeft aangenomen of verworpen.

Vierde Hoofdstuk

Artikel 15

De rechtsprekende macht van Batavië is gevestigd in het Nationaal Beraad.

Artikel 16

Er kan slechts sprake zijn van één aanklager en één aangeklaagde, beide hebben geen stem in het vonnis en zullen het rechtsgeding ook niet voorzitten.

Vijfde Hoofdstuk

Artikel 17

Voor het aannemen van een verdrag of grondwet of een wijziging van een verdrag of grondwet is een meerderheid van twee derde van de stemmen nodig.

Artikel 18

Voor het aannemen van een wet of motie is een normale meerderheid nodig.

Artikel 19

Geen van de wetten van de voorlopers van het Vierde Koninkrijk zal als bindend worden erkend.

Zesde Hoofdstuk

Artikel 20

Het Groothertogdom Noordbatavië en het Groothertogdom Zuidbatavië worden erkend als naties in het Koninkrijk.

Artikel 21
  1. Remus van Veen en na zijn dood zijn erfgenamen volgens het eerstgeborenenrecht worden erkend als Groothertog van Noordbatavië.
  2. Mordechai Ben Erasmus en na zijn dood zijn erfgenamen volgens het eerstgeborenenrecht worden erkend als Groothertog van Zuidbatavië.
Artikel 22

Wanneer een Groothertog afstand doet van de groothertogelijke troon of er geen erfgenamen zijn zal het Nationaal Beraad een opvolger kiezen wiens erfgenamen volgens het eerstgeborenrecht worden erkend als Groothertog.

Artikel 23
  1. De Groothertogen zullen gelden als opperbevelhebber van de strijdkrachten die hun thuisbasis hebben in hun Groothertogdommen.
  2. De strijdkrachten met hun thuisbasis in Gasconje, de Bataafse Antillen en Point Vincent zullen geleid worden door de Groothertog van Noordbatavië.
  3. De strijdkrachten met hun thuisbasis in Sint Arco zullen geleid worden door de Groothertog van Zuidbatavië.
  4. Wanneer een Groothertogelijke troon vacant is zal de Koning als plaatsvervangend opperbevelhebber gelden.
Artikel 24

De Groothertogen hebben het recht namens hun groothertogdommen diplomatieke betrekkingen aan te gaan met hun buurlanden, zij zijn daarin altijd ondergeschikt aan de koning en het Nationaal Beraad.

Artikel 25
  1. Het Nationaal Beraad kan een Groothertog voor een periode van maximaal een half jaar per keer op non-actief stellen en vervangen door een regent wanneer zijn vermogen om het Groothertogdom te besturen wordt betwijfeld.
  2. Het Nationaal Beraad kan met een twee derde meerderheid een Groothertog dwingen afstand te nemen van de Groothertogelijke troon.
Goedgekeurd door het Bataafse volk op 25 maart 2012.

User avatar
Jonas
Lord of the Fries
Posts: 5325
Joined: Sun Nov 28, 2010 4:39 pm
Location: Daocheng, Jingdao

Re: Grondwet van Batavië

Post by Jonas »

Verouderde versie, actuelere versie(s) onder deze post.
Constitutie van het Vierde Koninkrijk Batavië

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.


Eerste Hoofdstuk: Algemene bepalingen

Artikel 1
  1. Het Vierde Koninkrijk Batavië bestaat uit het Graafschap Gasconje, de groothertogdommen Noordbatavië en Zuidbatavië, het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden en daarnaast de overzeese gebieden.
  2. De federale overheid van Batavië is gevestigd in het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.
Artikel 2

Allen die zich op het grondgebied van het Koninkrijk bevinden hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen. De wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen.

Artikel 3

Het Bataafs burgerschap en de daarbij horende rechten en plichten worden middels een besluit van het Lagerhuis verleend en ontnomen binnen de grenzen van de wet en op voordracht van de groothertog die het gebied bestuurd waar de nieuwe burger zich wil vestigen.

Artikel 4

Per macropersoon kan slechts een micropersonage het burgerschap verkrijgen.


Tweede Hoofdstuk: Regering

Artikel 5

De kroon en het koningschap worden door het Hogerhuis verleend en ontnomen. Verleend worden kan de kroon echter slechts aan Bataven die zich bekennen tot de confessie van de Bataafs-Catologische Kerk.

Artikel 6

De koning is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wetten van het koninkrijk.

Artikel 7

De koning kan maximaal drie ministers aanstellen om hem bij te staan bij het uitvoeren van de wet.


Derde Hoofdstuk: Verenigde Kamers
Eerste Afdeling: Verenigde Kamers

Artikel 8
  1. Het Bataafse parlement bestaat uit twee kamers: het Lagerhuis en het Hogerhuis.
  2. De term waarmee naar het parlement verwezen kan worden is de ‘Verenigde Kamers’.
  3. Waar in oudere wetgeving verwezen wordt naar het Nationaal Beraad zal daar Lagerhuis gelezen worden.
  4. Bataafse protectoraten kunnen een vertegenwoordiger aanstellen met spreekrecht in de Verenigde Kamers, dit spreekrecht kan tijdelijk worden ingetrokken door de koning.
Artikel 9
  1. Het Lagerhuis is de wetgevende kamer van Batavië en kan als enige instelling in het Rijk de oorlog of vrede verklaren.
  2. De Lagerhuisleden wordt om de drie maanden verkozen door alle personen met de Bataafse nationaliteit.
  3. Het Lagerhuis bestaat uit 150 zetels die verdeeld worden onder de verkozenen.
Artikel 10
  1. Het aantal zetels dat een Lagerhuislid in bezit krijgt, hangt af van het percentueel aantal stemmen dat hij ontving tijdens de verkiezingen.
  2. Een kandidaat moet lid zijn van een politieke partij om deel te kunnen nemen aan de verkiezingen.
  3. Iedere Bataaf met burgerschap heeft duizend stemmen om te verdelen onder de kandidaten. Iedere Bataaf met inwonerschap heeft vijfhonderd stemmen om te verdelen onder de kandidaten.
  4. Restzetels komen in handen van de koning. Hij kan deze doorgeven of behouden.
Artikel 11
  1. Het Hogerhuis doet voornamelijk dienst als controlerende macht.
  2. Het Hogerhuis bestaat uit alle Bataven met burgerschap.
  3. Ieder Hogerhuislid heeft één stem en zetelt er in naam van een gebied binnen het Bataafse Koninkrijk. In die functie hebben ze het recht om zich Burggraaf te noemen.
Artikel 12

Het Hogerhuis kan bepaalde acties ondernemen indien het daarvoor de steun heeft van twee derde meerderheid:
  1. Het Hogerhuis heeft vetorecht op beslissingen die gemaakt worden door het Lagerhuis of de regering.
  2. Het Hogerhuis heeft het recht om het Lagerhuis te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
  3. Het Hogerhuis kan de koning afzetten. Hierop volgen onmiddellijk nieuwe verkiezingen.

Tweede Afdeling: Voorzitterschap

Artikel 13

De koning is voorzitter van beide kamers maar zal deze functie alleen uitoefenen wanneer het Lagerhuis geen prefect heeft gekozen, wanneer de prefect meer dan zes dagen niet aanwezig is geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig is.

Artikel 14

Wanneer zowel voorzitter als prefect van het Lagerhuis meer dan zes dagen niet aanwezig zijn geweest op de fora of wanneer deze aangekondigd afwezig zijn heeft iedere burger het recht het tijdelijk voorzitterschap op te eisen voor de duur van twee weken.

Artikel 15

Tot de taken van de voorzitter van de kamers zullen behoren:
  1. Het tellen van de stemmen na een stemronde.
  2. Het publiceren van aangenomen moties en wetten in het staatsblad.
  3. Het tot de orde roepen van leden die zich niet aan de voorschriften houden.
  4. Het ondertekenen van aangenomen wetten en moties met "Goedgekeurd door het Bataafse volk" met de datum waarop het voorstel is goedgekeurd.

Derde afdeling: Orde

Artikel 16

Alle leden hebben het recht om in de kamer te spreken waar ze toe behoren, initiatief te nemen tot nieuwe voorstellen en te stemmen. Iedere burger heeft een stem.

Artikel 17

Een burger kan een stemming over een voorstel aanvragen door deze te plaatsen en uitdrukkelijk om een stemming te vragen.

Artikel 18

Een stemronde duurt tien dagen of tot een meerderheid van de stemgerechtigden het voorstel heeft aangenomen of verworpen.

Vierde Hoofdstuk: Rechtspraak

Artikel 19

De rechtsprekende macht van Batavië is gevestigd in het Hogerhuis.

Artikel 20

Er kan slechts sprake zijn van één aanklager en één aangeklaagde, beide hebben geen stem in het vonnis en zullen het rechtsgeding ook niet voorzitten.


Vijfde Hoofdstuk: Wetgeving

Artikel 21

Voor het aannemen van een verdrag of grondwet of een wijziging van een verdrag of grondwet is een meerderheid van twee derde van de stemmen nodig in het Lagerhuis.

Artikel 22

Voor het aannemen van een wet of motie is een normale meerderheid nodig.

Artikel 23

Geen van de wetten van de voorlopers van het Vierde Koninkrijk zal als bindend worden erkend.

Zesde Hoofdstuk: Naties

Artikel 24
  1. Het Groothertogdom Noordbatavië en het Groothertogdom Zuidbatavië worden erkend als naties in het Koninkrijk met recht op zelfbeschikking.
  2. De groothertogen hebben politiek en cultureel zeggenschap over de Bataafse gebieden die onder hun militaire bevoegdheden vallen voor zover de wet dat toelaat.
Artikel 25
  1. Remus van Veen en na zijn dood zijn erfgenamen volgens het eerstgeborenenrecht worden erkend als Groothertog van Noordbatavië.
  2. Mordechai Ben Erasmus en na zijn dood zijn erfgenamen volgens het eerstgeborenenrecht worden erkend als Groothertog van Zuidbatavië.
Artikel 26

Wanneer een Groothertog afstand doet van de groothertogelijke troon of er geen erfgenamen zijn zal het Lagerhuis een opvolger kiezen wiens erfgenamen volgens het eerstgeborenrecht worden erkend als Groothertog.

Artikel 27
  1. De Groothertogen zullen gelden als opperbevelhebber van de strijdkrachten die hun thuisbasis hebben in hun Groothertogdommen.
  2. De strijdkrachten met hun thuisbasis in Gasconje, de Bataafse Antillen en Point Vincent zullen geleid worden door de Groothertog van Noordbatavië.
  3. De strijdkrachten met hun thuisbasis in de Regenteneilanden zullen rechtstreeks door de kroon geleid worden.
  4. Wanneer een Groothertogelijke troon vacant is zal de Koning als plaatsvervangend opperbevelhebber gelden.
Artikel 28

De Groothertogen hebben het recht namens hun groothertogdommen diplomatieke betrekkingen aan te gaan, zij zijn daarin altijd ondergeschikt aan de koning en het Lagerhuis.

Artikel 29

Het Lagerhuis kan een Groothertog voor een periode van maximaal een half jaar per keer op non-actief stellen en vervangen door een regent wanneer zijn vermogen om het Groothertogdom te besturen wordt betwijfeld.

Overgangsbepaling

Bestaande burgers hebben na het aannemen van deze grondwet een maand de tijd om zich in te schrijven bij een groothertogdom naar hun keuze, doen zij dat niet verliezen zij hun burgerschap.

Goedgekeurd door het Bataafse volk op 21 juni 2012.
Important characters:
Frederik Alfons des Vinandy-Paravel, King of Batavia
Joseph Bartholomeus des Vinandy-Windsor, Prince-Regent of Batavia
Jin San, Diwang of Jingdao, Duke of Kildare

User avatar
Jonas
Lord of the Fries
Posts: 5325
Joined: Sun Nov 28, 2010 4:39 pm
Location: Daocheng, Jingdao

Re: Grondwet van Batavië

Post by Jonas »

VEROUDERDE VERSIE
CONSTITUTIE VAN HET BONDSKONINKRIJK BATAVIË

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.

TITEL I – GRONDBEGINSELEN

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Naam
De naam van de natie, besproken in deze constitutie, is het Bondskoninkrijk Batavië en zal verder worden aangeduid als ‘het koninkrijk’ of ‘Batavië’.

Artikel 2 - Onderverdeling
1. Batavië is een federale staat, samengesteld uit bondstaten.
2. Batavië omvat de volgende bondstaten: Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden, Groothertogdom Noordbatavië en Groothertogdom Zuidbatavië .

Artikel 3 – Protectoraten
De protectoraten worden bepaald per verdrag.

Artikel 4 - Taal
Het Nederlands is de officiële taal binnen het koninkrijk, binnen de bondstaten zijn andere talen toegestaan.

Artikel 5 - Hoofdstad
De hoofdstad van het koninkrijk is de stad Wickenburgh, gelegen binnen het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.

Artikel 6 – Nationale tekens
Nationale tekens worden vastgesteld per bondswet, zoals de vlag, het wapenschild en het volkslied.

HOOFDSTUK 2 – GRONDRECHTEN

Artikel 7 – Gelijk voor de wet
Voor alle zaken, besproken in de constitutie, alle wetten en besluiten van Batavië, zijn allen gelijk.

Artikel 8 - Verantwoordelijkheid
Een ieder binnen de grenzen van Batavië is vrij, behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 9 - Bestaansrecht
Een ieder binnen de grenzen van Batavië heeft het recht op bestaan.

Artikel 10 - Gelijkheid
1. Alle personen binnen de grenzen van Batavië dienen in gelijke gevallen gelijk behandeld te worden.
2. Als gevolg van het eerste lid van dit artikel is het verboden om onderscheid te maken op grond van mening, ras, kleur, politieke voorkeur, seksuele voorkeur, geslacht, nationaliteit, afkomst, eigendom, stand, godsdienst of enige andere vorm van overtuiging.

Artikel 11 – Vrijheid van mening
Zonder voorafgaand verlof is het aan een ieder binnen de grenzen van Batavië geoorloofd om zijn mening of gevoelens te uiten door middel van geschrift, een vorm van audiovisuele communicatie of welke andere vorm van communicatie dan ook, behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 12 – Vrijheid van vereniging en ondernemen
Alle personen binnen de grenzen van Batavië hebben het recht om bij elkander te komen of zich op een andere manier te verenigen met als doel een gezamenlijke activiteit te ondernemen of een vorm van communicatie te bedrijven, onafhankelijk van wat dit exact inhoud, mits hiermee Batavië en de personen binnen de grenzen van Batavië geen schade wordt toegebracht en behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 13 – Onafhankelijke rechtspraak
1. Een ieder binnen de grenzen van Batavië heeft het recht om recht te laten spreken door een onpartijdige rechter.
2. De rechtspraak is als instituut gescheiden van de wetgevende en uitvoerende macht.
3. De rechtspraak wordt verder geregeld per wet.

Artikel 14 - Strafbaarheid
1. Slechts datgene wat bij wet verboden is, is strafbaar.
2. Een straf is slechts rechtsgeldig als deze als zodanig in de wet vermeld is.

Artikel 15 - Onschuld
Een persoon tegen wie een rechtszaak is aangespannen heeft het recht als onschuldig te worden geacht totdat het tegendeel bewezen is.

Artikel 16 – Vrij en waardigheid
Alle mensen melden zich vrij en gelijk in waardigheid en rechten aan. Zij hebben bezit van verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Artikel 17 - Eigendomsrecht
1. Een ieder heeft het recht op eigendom.
2. Het eigendom van geen persoon binnen de grenzen van Batavië kan worden ontnomen, behalve vanuit de regelen der wet.

HOOFDSTUK 3 – BURGERSCHAP

Artikel 18 – Uniek burgerschap
Per macropersoon kan slechts een micropersonage het burgerschap verkrijgen.

Artikel 19 – Aanvang van het burgerschap
1. Het burgerschap wordt verleend door de Bondsregering.
2. Wanneer de minister het burgerschap niet verleend, of de aanvraag is langer dan twee weken aanhangig, dan kan een rechter het burgerschap toekennen.

Artikel 20 – Stemrecht
Alleen burgers hebben stemrecht in verkiezingen.

Artikel 21 – Inwoning
Elke burger is verplicht om zich binnen twee weken na aanvang van het burgerschap in te schrijven in één van de bondstaten, uitgezonderd het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden. Men kan niet in meer dan één bondstaat ingeschreven zijn.

Artikel 22 – Ontneming van het burgerschap
Het burgerschap kan alleen ontnomen worden door een uitspraak van een rechter.

TITEL II – FEDERALE STAAT

HOOFDSTUK 1 – KONING

Artikel 23 – Koningschap
Het koningschap gaat over op degene die aangeduid wordt door de Bondsdag.

Artikel 24 – Koninklijk gezag
Het volledige koningschap vangt aan bij het aanvaarding van het gezag. In een openbare vergadering van de Bondsdag legt de koning de volgende verklaring af: "Ik beloof aan de volkeren onder de Kroon dat ik de Constitutie steeds zal onderhouden en handhaven. Ik beloof dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied onder de Kroon met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de vrijheid en de rechten van alle Bataven en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen."

Artikel 25 – Residentie
De koning heeft zijn residentie in het Koninklijk Paleis van Wickenburgh.

Artikel 26 – Rechten
1. De koning heeft het recht om burgers tot in de hoge adelstand te verheffen, ridderorden en militaire orden te verlenen.
2. De koning heeft het recht om besluiten uit te vaardigen die voortkomen uit de constitutie of andere wetgeving.

Artikel 27 – Taken
De koning ondertekent alle bondswetten en besluiten die vanuit de Bondsdag zijn aanvaard.

Artikel 28 – Ontheffing
1. De koning kan ontheven worden uit zijn gezag door een twee derde meerderheid van de Bondsdag.
2. De koning kan ontheven worden uit zijn gezag door de rechter.

Artikel 29 – Plaatsvervanging
Indien de koning geen gezag heeft, wordt diens gezag waargenomen door de voorzitter van de Bondsdag.

HOOFDSTUK 2 – BONDSREGERING

Artikel 30 – Samenstelling
1. De Bondsregering bestaat uit de koning en ten hoogste drie ministers.
2. Ministers worden benoemd per besluit van de koning.

Artikel 31 – Eenheid
De Bondsregering beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.

Artikel 32 – Taak
De Bondsregering is opgedragen de wetten van het koninkrijk uit te voeren.

Artikel 33 – Ontslag
De Bondsdag kan de ministers met een meerderheid van stemmen ontslaan.

HOOFDSTUK 3 – BONDSDAG

Artikel 34 – Samenstelling
Alle burgers mogen deelnemen aan de vergaderingen in de Bondsdag en hebben recht op budget, interpellatie, enquête, amendement en initiatief.

Artikel 35 – Stemrecht
1. Alleen verkozen burgers hebben het stemrecht. Met het stemrecht kunnen wetten en andere besluiten worden aangenomen.
2. Elke vier maanden vinden verkiezingen plaats, die door de Bondsregering worden georganiseerd.
3. De honderdvijftig zetels worden verdeeld middels rechtstreekse verkiezingen.

Artikel 36 – Verkiezingen
1. Elke burger, die langer dan twee weken voor aanvang van het kandidaatstellen het burgerschap bezit, kan zich kandidaat stellen
2. Elke burger van het koninkrijk heeft het recht om duizend stemmen te verdelen over de kandidaten.

Artikel 37 – Transitie
1. De verkiezingen worden zodanig georganiseerd, dat niet langer dan één week de Bondsdag zonder stemgerechtigde leden zit.
2. De periode van vier maanden kan worden verlengd met uiterlijk twee weken in verband met reces.

Artikel 38 – Voorzitter
1. De Bondsdag verkiest uit haar stemgerechtigde leden een voorzitter. Deze draagt zorg voor orde in de Bondsdag.
2. Indien de voorzitter zijn taken niet naar behoren lijkt te vervullen of daartoe verzoekt, mag de koning optreden als voorzitter.

Artikel 39 – Ontheffing
1. Leden kunnen hun stemrecht verliezen indien deze langer dan twee weken, onaangekondigd, afwezig zijn. De ontheven stemmen tellen niet mee bij het aantal stemmen.
2. Leden kunnen hun stemrecht verliezen indien deze geen deelnemen aan een stemming. De ontheven stemmen tellen niet mee bij het aantal stemmen.
3. Iedere burger kan door de voorzitter uitgesloten worden wegens wangedrag. De rechter bepaalt het termijn daarvan.

HOOFDSTUK 4 – BONDSRAAD

Artikel 40 – Samenstelling
De Bondsraad bestaat uit de koning en hoofden van de bondstaten. De koning zit de vergadering voor.

Artikel 41 – Stemgewicht
Elk lid heeft een stem in de vergadering.

Artikel 42 – Uitsluiting
Alleen de hoofden van de bondstaten kunnen door een meerderheid van de Bondsdag worden uitgesloten van de Bondsraad.

TITEL III – BONDSTATEN

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 43 – Grondslag
Elke bondstaat heeft een eigen grondwet die invulling geeft aan de toebedeelde zaken uit deze constitutie, met uitzondering van het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.

Artikel 44 - Hoofdstedelijk Gewest
Het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden staat onder direct bestuur van de koning. Inwoning in het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden is niet mogelijk.

Artikel 45 – Soevereiniteit
1. De bondstaten hebben het recht om hun integriteit en autonomie te beschermen, hun voortbestaan en welvaart te garanderen en zich te organiseren zoals zij beschikken.
2. De bondstaten hebben recht op zelfbeschikking ten aanzien van hun status in het koninkrijk en hun toekomst.
3. De bondstaten hebben het recht om zelfstandig diplomatieke betrekkingen aan te gaan en te onderhouden. Deze betrekkingen worden vastgelegd in verdragen, die tevens worden voorgelegd aan de Bondsraad.

Artikel 46 - Grondgebied
1. Per bondswet kan grondgebied worden toegevoegd aan het koninkrijk, dit grondgebied kan worden toegewezen aan één van de bondstaten. Wanneer het grondgebied niet wordt toegewezen aan één van de bondstaten, staat deze onder direct bestuur van de koning.
2. Het grondgebied van de bondstaten is onschendbaar en mag niet bezet worden.

HOOFDSTUK 2 – GROOTHERTOGDOMMEN

Artikel 47 – Groothertogen
1. Remus van Veen en zijn wettige opvolgers worden erkend als Groothertog van Noordbatavië. De wettige opvolging wordt bepaald door een wettelijke regeling van het Groothertogdom Noordbatavië.
2. Mordechai Ben Erasmus en zijn wettige opvolgers worden erkend als Groothertog van Zuidbatavië. De wettige opvolging wordt bepaald door een wettelijke regeling van het Groothertogdom Zuidbatavië.

Artikel 48 – Omvang van de groothertogdommen
1. Het Groothertogdom Noordbatavië omvat het gebied op het Micras continent Benacia, uitgesloten de Regenteneilanden, en de overzeese eilanden.
2. Het Groothertogdom Zuidbatavië omvat het gebied op het Micras continent Cibola, Sint-Arco en het gebied Bataafs-Samaria op Erde.

Artikel 49 – Wetgevende macht
Binnen de groothertogdommen is de volksvertegenwoordiging de wetgevende macht. Hiervan kan alleen afgeweken worden indien er geen actieve inwoners zijn.

Artikel 50 – Taken
1. De groothertogen zijn verantwoordelijk voor de culturele ontwikkeling binnen hun bondstaat.
2. De groothertogen hebben het recht om burgers tot in de lage adelstand te verheffen en ridderorden te verlenen.

Artikel 51 - Strijdkrachten
1. De groothertogen zullen gelden als opperbevelhebber van de strijdkrachten die hun thuisbasis hebben in hun groothertogdommen.
2. De strijdkrachten met hun thuisbasis in de Regenteneilanden zullen rechtstreeks door de koning geleid worden.
3. Wanneer een Groothertogelijke troon vacant is zal de koning als plaatsvervangend opperbevelhebber gelden.

Artikel 52 – Gezag
De groothertog kan uit zijn gezag ontheven worden door de twee derde meerderheid van de volksvertegenwoordiging van de bondstaat of door de twee derde meerderheid van de Bondsdag. Gedurende de periode van ontheffing voorziet de bondstaat plaatsvervanging, bij gebrek aan besluitvorming zal de Koning het gezag voeren.

TITEL III – RECHT EN WETGEVING

HOOFDSTUK 1 – RECHTSPRAAK

Artikel 53 – Eerste aanleg
De rechtspraak in eerste aanleg wordt geregeld door de bondstaten. Men kan tegen de uitspraak in beroep bij de rechtspraak in tweede aanleg.

Artikel 54 – Tweede aanleg
De rechtspraak in tweede aanleg is de Bondsraad. Men kan niet in beroep, alleen gratie van de koning ontvangen.

Artikel 55 – Onpartijdigheid
Indien leden van de Bondsraad betrokken zijn op de zaak of eerder de zaak hebben behandeld, nemen deze niet deel in de behandeling van zaak in tweede aanleg.

Artikel 56 - Bestuursrecht
Een zaak tegen de federale staat of een bondstaat wordt behandeld door een commissie ingesteld door de Bondsdag.

HOOFDSTUK 2 – WETTEN EN BESLUITEN

Artikel 57 – Constitutie
De constitutie is de hoogste wet van het koninkrijk.

Artikel 58 – Verdragen
Verdragen staan boven alle besluiten van het koninkrijk en wetgeving van de bondstaten, behoudens de constitutie. De verdragen worden door een absolute meerderheid van stemmen van de Bondsdag vastgesteld.

Artikel 59 – Bondswetten
De bondswetten staan boven alle besluiten van het koninkrijk en wetgeving van de bondstaten, behoudens de constitutie en de verdragen. De bondswetten worden door een absolute meerderheid van stemmen van de Bondsdag vastgesteld.

Artikel 60 – Koninklijke besluiten
Besluiten van de koning zijn ter uitvoering van de constitutie en bondswetten. De Bondsdag kan een besluit verzoeken in te trekken.

Artikel 61 – Publicatie
Alle verdragen, bondswetten en besluiten treden in werking na publicatie in de Rijksbibliotheek.

TITEL IV – SLOTBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 – OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 62 – Geldstelsel
De bondswet regelt het geldstelsel.

Artikel 63 – Overheidsbegroting
De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het koninkrijk wordt bij de bondswet vastgesteld elke vier maanden. De presentatie van de begroting geschiedt in een openbare vergadering van de Bondsdag op de tweede dinsdag van de periode.

Artikel 64 – Belastingen
Belastingen van het koninkrijk worden geheven krachtens de bondswet.

Artikel 65 - Adel
Per bondswet wordt de adel bepaald en ingedeeld in hoge en lage adel.

Artikel 66 – Oorlogsverklaring
Het koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Bondsdag. De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Bondsdag ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.

HOOFDSTUK 2 – OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 67 – Burgerschap
De wet die het burgerschap regelt wordt binnen drie weken omgezet in een bondswet die zich houdt naar de bepalingen in deze constitutie.

Artikel 68 – Koning
De zittende koning wordt gehouden zijnde gekozen door de Bondsdag.

Artikel 69 – Ministers
De zittende ministers worden door de koning in een besluit bevestigd in hun ambt, binnen een termijn van drie weken nadat deze constitutie in werking is gegaan.

Artikel 70 – Bondsdag
Het Lagerhuis en het Hogerhuis worden binnen drie weken omgezet tot de Bondsdag. Het termijn van de stemgerechtigde leden wordt gehouden vanaf de laatstgehouden verkiezingen.

Artikel 71 – Bondsraad
De bondsraad houdt haar eerste zitting binnen een termijn van drie weken nadat deze constitutie in werking is gegaan.

Artikel 72 – Bondstaten
De bondstaten dienen binnen drie maanden hun wetgeving aan te passen naar deze constitutie.

Artikel 73 – Wetten
De wetten die aangenomen zijn voordat deze constitutie in werking treedt worden binnen drie maanden nadat deze constitutie in werking is gegaan omgezet naar bondswetten. Tot die tijd worden de wetten gerekend tot de rangorde van de bondswetten.

Artikel 74 – Verdragen en Koninklijke Besluiten
De koninklijke besluiten blijven gehandhaafd.

HOOFDSTUK 3 – WIJZIGING VAN DE CONSTITUTIE

Artikel 75 - Wijziging
Deze constitutie kan enkel gewijzigd worden met een twee derde meerderheid in de Bondsdag.

Artikel 76 – Ondertekening
De ondertekening van deze constitutie geschiedt in een openbare vergadering van de Bondsdag.

HOOFDSTUK 4 – CITEERTITEL

Artikel 77 - Citeertitel
Deze constitutie kan worden aangehaald als: Constitutie van het Bondskoninkrijk Batavië.

Lasten en bevelen dat deze in de Rijksbibliotheek zal worden geplaatst en dat alle autoriteiten en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.


Goedgekeurd door het Bataafse volk op 6 augustus 2012.

Willem V
Koning der Bataven
Important characters:
Frederik Alfons des Vinandy-Paravel, King of Batavia
Joseph Bartholomeus des Vinandy-Windsor, Prince-Regent of Batavia
Jin San, Diwang of Jingdao, Duke of Kildare

Jan van Schaerbosch
Posts: 45
Joined: Sat Jul 14, 2012 12:43 pm

Re: Grondwet van Batavië

Post by Jan van Schaerbosch »

CONSTITUTIE VAN HET BONDSKONINKRIJK BATAVIË

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.

TITEL I – GRONDBEGINSELEN

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Naam
De naam van de natie, besproken in deze constitutie, is het Bondskoninkrijk Batavië en zal verder worden aangeduid als ‘het koninkrijk’ of ‘Batavië’.

Artikel 2 - Onderverdeling
1. Batavië is een federale staat, samengesteld uit bondstaten.
2. Batavië omvat de volgende bondstaten: Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden, Groothertogdom Lingelande, Groothertogdom Zuidbatavië en Vrijstaat Zeeburg.

Artikel 3 – Protectoraten
De protectoraten worden bepaald per verdrag.

Artikel 4 - Taal
Het Nederlands is de officiële taal binnen het koninkrijk, binnen de bondstaten zijn andere talen toegestaan.

Artikel 5 - Hoofdstad
De hoofdstad van het koninkrijk is de stad Wickenburgh, gelegen binnen het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.

Artikel 6 – Nationale tekens
Nationale tekens worden vastgesteld per bondswet, zoals de vlag, het wapenschild en het volkslied.

HOOFDSTUK 2 – GRONDRECHTEN

Artikel 7 – Gelijk voor de wet
Voor alle zaken, besproken in de constitutie, alle wetten en besluiten van Batavië, zijn allen gelijk.

Artikel 8 - Verantwoordelijkheid
Een ieder binnen de grenzen van Batavië is vrij, behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 9 - Bestaansrecht
Een ieder binnen de grenzen van Batavië heeft het recht op bestaan.

Artikel 10 - Gelijkheid
1. Alle personen binnen de grenzen van Batavië dienen in gelijke gevallen gelijk behandeld te worden.
2. Als gevolg van het eerste lid van dit artikel is het verboden om onderscheid te maken op grond van mening, ras, kleur, politieke voorkeur, seksuele voorkeur, geslacht, nationaliteit, afkomst, eigendom, stand, godsdienst of enige andere vorm van overtuiging.

Artikel 11 – Vrijheid van mening
Zonder voorafgaand verlof is het aan een ieder binnen de grenzen van Batavië geoorloofd om zijn mening of gevoelens te uiten door middel van geschrift, een vorm van audiovisuele communicatie of welke andere vorm van communicatie dan ook, behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 12 – Vrijheid van vereniging en ondernemen
Alle personen binnen de grenzen van Batavië hebben het recht om bij elkander te komen of zich op een andere manier te verenigen met als doel een gezamenlijke activiteit te ondernemen of een vorm van communicatie te bedrijven, onafhankelijk van wat dit exact inhoud, mits hiermee Batavië en de personen binnen de grenzen van Batavië geen schade wordt toegebracht en behoudens ieders verantwoordelijkheid jegens de wet.

Artikel 13 – Onafhankelijke rechtspraak
1. Een ieder binnen de grenzen van Batavië heeft het recht om recht te laten spreken door een onpartijdige rechter.
2. De rechtspraak is als instituut gescheiden van de wetgevende en uitvoerende macht.
3. De rechtspraak wordt verder geregeld per wet.

Artikel 14 - Strafbaarheid
1. Slechts datgene wat bij wet verboden is, is strafbaar.
2. Een straf is slechts rechtsgeldig als deze als zodanig in de wet vermeld is.

Artikel 15 - Onschuld
Een persoon tegen wie een rechtszaak is aangespannen heeft het recht als onschuldig te worden geacht totdat het tegendeel bewezen is.

Artikel 16 – Vrij en waardigheid
Alle mensen melden zich vrij en gelijk in waardigheid en rechten aan. Zij hebben bezit van verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Artikel 17 - Eigendomsrecht
1. Een ieder heeft het recht op eigendom.
2. Het eigendom van geen persoon binnen de grenzen van Batavië kan worden ontnomen, behalve vanuit de regelen der wet.

HOOFDSTUK 3 – BURGERSCHAP

Artikel 18 – Uniek burgerschap
Per macropersoon kan slechts een micropersonage het burgerschap verkrijgen.

Artikel 19 – Aanvang van het burgerschap
1. Het burgerschap wordt verleend door de Bondsregering.
2. Wanneer de minister het burgerschap niet verleend, of de aanvraag is langer dan twee weken aanhangig, dan kan een rechter het burgerschap toekennen.

Artikel 20 – Stemrecht
Alleen burgers hebben stemrecht in verkiezingen.

Artikel 21 – Inwoning
Elke burger is verplicht om zich binnen twee weken na aanvang van het burgerschap in te schrijven in één van de bondstaten, uitgezonderd het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden. Men kan niet in meer dan één bondstaat ingeschreven zijn.

Artikel 22 – Ontneming van het burgerschap
Het burgerschap kan alleen ontnomen worden door een uitspraak van een rechter.

TITEL II – FEDERALE STAAT

HOOFDSTUK 1 – KONING

Artikel 23 – Koningschap
Het koningschap gaat over op degene die aangeduid wordt door de Bondsdag.

Artikel 24 – Koninklijk gezag
Het volledige koningschap vangt aan bij het aanvaarding van het gezag. In een openbare vergadering van de Bondsdag legt de koning de volgende verklaring af: "Ik beloof aan de volkeren onder de Kroon dat ik de Constitutie steeds zal onderhouden en handhaven. Ik beloof dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied onder de Kroon met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de vrijheid en de rechten van alle Bataven en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen."

Artikel 25 – Residentie
De koning heeft zijn residentie in het Koninklijk Paleis van Wickenburgh.

Artikel 26 – Rechten
1. De koning heeft het recht om burgers tot in de hoge adelstand te verheffen, ridderorden en militaire orden te verlenen.
2. De koning heeft het recht om besluiten uit te vaardigen die voortkomen uit de constitutie of andere wetgeving.

Artikel 27 – Taken
De koning ondertekent alle bondswetten en besluiten die vanuit de Bondsdag zijn aanvaard.

Artikel 28 – Ontheffing
1. De koning kan ontheven worden uit zijn gezag door een twee derde meerderheid van de Bondsdag.
2. De koning kan ontheven worden uit zijn gezag door de rechter.

Artikel 29 – Plaatsvervanging
Indien de koning geen gezag heeft, wordt diens gezag waargenomen door de voorzitter van de Bondsdag.

HOOFDSTUK 2 – BONDSREGERING

Artikel 30 – Samenstelling
1. De Bondsregering bestaat uit de koning en ten hoogste drie ministers.
2. Ministers worden benoemd per besluit van de koning.

Artikel 31 – Eenheid
De Bondsregering beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.

Artikel 32 – Taak
De Bondsregering is opgedragen de wetten van het koninkrijk uit te voeren.

Artikel 33 – Ontslag
De Bondsdag kan de ministers met een meerderheid van stemmen ontslaan.

HOOFDSTUK 3 – BONDSDAG

Artikel 34 – Samenstelling
Alle burgers mogen deelnemen aan de vergaderingen in de Bondsdag en hebben recht op budget, interpellatie, enquête, amendement en initiatief.

Artikel 35 – Stemrecht
1. Alleen verkozen burgers hebben het stemrecht. Met het stemrecht kunnen wetten en andere besluiten worden aangenomen.
2. Elke vier maanden vinden verkiezingen plaats, die door de Bondsregering worden georganiseerd.
3. De honderdvijftig zetels worden verdeeld middels rechtstreekse verkiezingen.

Artikel 36 – Verkiezingen
1. Elke burger, die langer dan twee weken voor aanvang van het kandidaatstellen het burgerschap bezit, kan zich kandidaat stellen
2. Elke burger van het koninkrijk heeft het recht om duizend stemmen te verdelen over de kandidaten.

Artikel 37 – Transitie
1. De verkiezingen worden zodanig georganiseerd, dat niet langer dan één week de Bondsdag zonder stemgerechtigde leden zit.
2. De periode van vier maanden kan worden verlengd met uiterlijk twee weken in verband met reces.

Artikel 38 – Voorzitter
1. De Bondsdag verkiest uit haar stemgerechtigde leden een voorzitter. Deze draagt zorg voor orde in de Bondsdag.
2. Indien de voorzitter zijn taken niet naar behoren lijkt te vervullen of daartoe verzoekt, mag de koning optreden als voorzitter.

Artikel 39 – Ontheffing
1. Leden kunnen hun stemrecht verliezen indien deze langer dan twee weken, onaangekondigd, afwezig zijn. De ontheven stemmen tellen niet mee bij het aantal stemmen.
2. Leden kunnen hun stemrecht verliezen indien deze geen deelnemen aan een stemming. De ontheven stemmen tellen niet mee bij het aantal stemmen.
3. Iedere burger kan door de voorzitter uitgesloten worden wegens wangedrag. De rechter bepaalt het termijn daarvan.

HOOFDSTUK 4 – BONDSRAAD

Artikel 40 – Samenstelling
De Bondsraad bestaat uit de koning en hoofden van de bondstaten. De koning zit de vergadering voor.

Artikel 41 – Stemgewicht
Elk lid heeft een stem in de vergadering.

Artikel 42 – Uitsluiting
Alleen de hoofden van de bondstaten kunnen door een meerderheid van de Bondsdag worden uitgesloten van de Bondsraad.

TITEL III – BONDSTATEN

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 43 – Grondslag
Elke bondstaat heeft een eigen grondwet die invulling geeft aan de toebedeelde zaken uit deze constitutie, met uitzondering van het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden.

Artikel 44 - Hoofdstedelijk Gewest
Het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden staat onder direct bestuur van de koning. Inwoning in het Hoofdstedelijk Gewest Regenteneilanden is niet mogelijk.

Artikel 45 – Soevereiniteit
1. De bondstaten hebben het recht om hun integriteit en autonomie te beschermen, hun voortbestaan en welvaart te garanderen en zich te organiseren zoals zij beschikken.
2. De bondstaten hebben recht op zelfbeschikking ten aanzien van hun status in het koninkrijk en hun toekomst.
3. De bondstaten hebben het recht om zelfstandig diplomatieke betrekkingen aan te gaan en te onderhouden. Deze betrekkingen worden vastgelegd in verdragen, die tevens worden voorgelegd aan de Bondsraad.

Artikel 46 - Grondgebied
1. Per bondswet kan grondgebied worden toegevoegd aan het koninkrijk, dit grondgebied kan worden toegewezen aan één van de bondstaten. Wanneer het grondgebied niet wordt toegewezen aan één van de bondstaten, staat deze onder direct bestuur van de koning.
2. Het grondgebied van de bondstaten is onschendbaar en mag niet bezet worden.

HOOFDSTUK 2 – GROOTHERTOGDOMMEN

Artikel 47 – Groothertogen
1. Remus van Veen en zijn wettige opvolgers worden erkend als Groothertog van Lingelande. De wettige opvolging wordt bepaald door een wettelijke regeling van het Groothertogdom Lingelande.
2. Mordechai Ben Erasmus en zijn wettige opvolgers worden erkend als Groothertog van Zuidbatavië. De wettige opvolging wordt bepaald door een wettelijke regeling van het Groothertogdom Zuidbatavië.

Artikel 48 – Omvang van de groothertogdommen
1. Het Groothertogdom Noordbatavië omvat het gebied op het Micras continent Benacia, uitgesloten de Regenteneilanden en het eiland Puthersberg, en de overzeese eilanden.
2. Het Groothertogdom Zuidbatavië omvat het gebied op het Micras continent Cibola, Sint-Arco en het gebied Bataafs-Samaria op Erde.

Artikel 49 – Wetgevende macht
Binnen de groothertogdommen is de volksvertegenwoordiging de wetgevende macht. Hiervan kan alleen afgeweken worden indien er geen actieve inwoners zijn.

Artikel 50 – Taken
1. De groothertogen zijn verantwoordelijk voor de culturele ontwikkeling binnen hun bondstaat.
2. De groothertogen hebben het recht om burgers tot in de lage adelstand te verheffen en ridderorden te verlenen.

Artikel 51 - Strijdkrachten
1. De groothertogen zullen gelden als opperbevelhebber van de strijdkrachten die hun thuisbasis hebben in hun groothertogdommen.
2. De strijdkrachten met hun thuisbasis in de Regenteneilanden zullen rechtstreeks door de koning geleid worden.
3. Wanneer een Groothertogelijke troon vacant is zal de koning als plaatsvervangend opperbevelhebber gelden.

Artikel 52 – Gezag
De groothertog kan uit zijn gezag ontheven worden door de twee derde meerderheid van de volksvertegenwoordiging van de bondstaat of door de twee derde meerderheid van de Bondsdag. Gedurende de periode van ontheffing voorziet de bondstaat plaatsvervanging, bij gebrek aan besluitvorming zal de Koning het gezag voeren.

HOOFDSTUK 3 - VRIJSTAAT ZEEBURG

Artikel 53 - Baljuw van Zeeburg
Arne Peregrinus Govaerts en zijn wettige opvolgers worden erkend als Baljuw van Zeeburg. De wettige opvolging wordt bepaald door een wettelijke regeling van de Vrijstaat Zeeburg.

Artikel 54 - Grondgebied
De Vrijstaat Zeeburg is gelegen op het eiland Puthersberg.

Artikel 55 – Wetgevende macht
Binnen de vrijstaat is de volksvertegenwoordiging de wetgevende macht. Hiervan kan alleen afgeweken worden indien er geen actieve inwoners zijn.

Artikel 56 – Taken
1. De baljuw is verantwoordelijk voor de culturele ontwikkeling binnen de vrijstaat.
2. De baljuw heeft het recht om ridderorden te verlenen.

Artikel 57 - Strijdkrachten
De strijdkrachten met hun thuisbasis op Zeeburg staan onder de opperbevel van Baljuw van Zeeburg.

Artikel 58 – Gezag
De baljuw kan uit zijn gezag ontheven worden door de twee derde meerderheid van de volksvertegenwoordiging van de bondstaat of door de twee derde meerderheid van de Bondsdag. Gedurende de periode van ontheffing voorziet de bondstaat plaatsvervanging, bij gebrek aan besluitvorming zal de Koning het gezag voeren.

TITEL III – RECHT EN WETGEVING

HOOFDSTUK 1 – RECHTSPRAAK

Artikel 59 – Eerste aanleg
De rechtspraak in eerste aanleg wordt geregeld door de bondstaten. Men kan tegen de uitspraak in beroep bij de rechtspraak in tweede aanleg.

Artikel 60 – Tweede aanleg
De rechtspraak in tweede aanleg is de Bondsraad. Men kan niet in beroep, alleen gratie van de koning ontvangen.

Artikel 61 – Onpartijdigheid
Indien leden van de Bondsraad betrokken zijn op de zaak of eerder de zaak hebben behandeld, nemen deze niet deel in de behandeling van zaak in tweede aanleg.

Artikel 62 - Bestuursrecht
Een zaak tegen de federale staat of een bondstaat wordt behandeld door een commissie ingesteld door de Bondsdag.

HOOFDSTUK 2 – WETTEN EN BESLUITEN

Artikel 63 – Constitutie
De constitutie is de hoogste wet van het koninkrijk.

Artikel 64 – Verdragen
Verdragen staan boven alle besluiten van het koninkrijk en wetgeving van de bondstaten, behoudens de constitutie. De verdragen worden door een absolute meerderheid van stemmen van de Bondsdag vastgesteld.

Artikel 65 – Bondswetten
De bondswetten staan boven alle besluiten van het koninkrijk en wetgeving van de bondstaten, behoudens de constitutie en de verdragen. De bondswetten worden door een absolute meerderheid van stemmen van de Bondsdag vastgesteld.

Artikel 66 – Koninklijke besluiten
Besluiten van de koning zijn ter uitvoering van de constitutie en bondswetten. De Bondsdag kan een besluit verzoeken in te trekken.

Artikel 67 – Publicatie
Alle verdragen, bondswetten en besluiten treden in werking na publicatie in de Rijksbibliotheek.

TITEL IV – SLOTBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 – OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 68 – Geldstelsel
De bondswet regelt het geldstelsel.

Artikel 69 – Overheidsbegroting
De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het koninkrijk wordt bij de bondswet vastgesteld elke vier maanden. De presentatie van de begroting geschiedt in een openbare vergadering van de Bondsdag op de tweede dinsdag van de periode.

Artikel 70 – Belastingen
Belastingen van het koninkrijk worden geheven krachtens de bondswet.

Artikel 71 - Adel
Per bondswet wordt de adel bepaald en ingedeeld in hoge en lage adel.

Artikel 72 – Oorlogsverklaring
Het koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Bondsdag. De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Bondsdag ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.

HOOFDSTUK 2 – OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 73 – Bondsraad
De bondsraad houdt haar eerste zitting voor 16 september 2012.

Artikel 74 – Bondstaten
1. De bondstaten dienen voor 6 november 2012 hun wetgeving aan te passen naar deze constitutie.
2. Met uitzondering van de Vrijstaat Zeeburg, deze dient haar wetgeving aan te passen naar deze constitutie binnen drie maanden na publicatie van deze constitutie.

Artikel 75 – Wetten
De wetten die aangenomen zijn voordat deze constitutie in werking treedt worden voor 6 november 2012 omgezet naar bondswetten. Tot die tijd worden de wetten gerekend tot de rangorde van de bondswetten.

Artikel 76 – Verdragen en Koninklijke Besluiten
De koninklijke besluiten blijven gehandhaafd.

Artikel 77 - Protectoraal verdrag
Het 'Protectoraal verdrag tussen het Koninkrijk Batavië en de Vrijstaat Zeeburg' wordt overbodig en ontbonden met het in werking treden van deze constitutie.

Artikel 78 - Burgers van Zeeburg
Bij zij die bij publicatie van deze constitutie de Zeeburgse nationaliteit bezaten wordt deze omgezet in de Bataafse nationaliteit.

HOOFDSTUK 3 – WIJZIGING VAN DE CONSTITUTIE

Artikel 79 - Wijziging
Deze constitutie kan enkel gewijzigd worden met een twee derde meerderheid in de Bondsdag.

Artikel 80 – Ondertekening
De ondertekening van deze constitutie geschiedt in een openbare vergadering van de Bondsdag.

HOOFDSTUK 4 – CITEERTITEL

Artikel 81 - Citeertitel
Deze constitutie kan worden aangehaald als: Constitutie van het Bondskoninkrijk Batavië.

Lasten en bevelen dat deze in de Rijksbibliotheek zal worden geplaatst en dat alle autoriteiten en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Getekend op 8 september 2012, door:
Maximiliaan I, Koning der Bataven
Image
Maximiliaan I, Koning der Bataven
Graaf van Schaerbosch

Locked

Return to “Sankt-Sisera Museum”