Wet op de Adeldom

De Rijksbibliotheek van Batavië ligt in de Hoofdstad van Batavië: 's Koningenwaarde. In deze Bibliotheek worden alle wetten en besluiten opgeslagen.

Moderators: (Batavia) Kabinet, (Batavia) Koning

Post Reply
User avatar
Hendrik des Vinandy
King of Batavia
Posts: 457
Joined: Fri Sep 07, 2012 1:14 pm

Wet op de Adeldom

Post by Hendrik des Vinandy »

Image


WET OP DE ADELDOM

Gelet op artikel 22 van de Twaalfde Constitutie voor het Koninkrijk Batavië wordt in deze wet kaders rondom de adeldom nader bepaald:

Eerste hoofdstuk: Adellijke titels

Artikel 1 – Adellijke titels
De adellijke titels, in rangorde van hoog naar laag, zijn:
a. Aartshertog of aartshertogin;
b. Prins of prinses;
c. Groothertog of groothertogin; en grootvorst of grootvorstin;
d. Hertog of hertogin;
e. Landgraaf of landgravin;
f. Markgraaf of markgravin; en markies of markiezin;
g. Rhijnegraaf of Rhijnegravin;
h. Graaf of gravin;
i. Burggraaf of burggravin; en paltsgraaf of paltsgravin;
j. Gouwgraaf of gouwgravin;
k. Baron of barones;
l. Baanderheer of baandervrouw;
m. Heer of vrouwe;
n. Vrijheer of vrijvrouw;
o. Jonkheer of jonkvrouw.

Artikel 2 – Andere adellijke titels
Per koninklijk besluit kunnen andere adellijke titels worden erkent, welke in rangorde worden gekenmerkt.

Artikel 3 – Inlijving
Een verleende adellijke titel kan middels inlijving worden overgedragen, dit geschiedt per wettige afstamming. Inlijving middels een testament wordt per Koninklijk Besluit erkent.

Artikel 4 – Ontneming
Een verleende adellijke titel kan per koninklijk besluit worden ontnomen. Dit wordt gedaan na beraadslaging in, en op advies van, het Hogerhuis. Het voeren van de ontnomen adellijke titel is strafbaar.

Artikel 5 – Territoriale verwantschap
De toekenning van een heerlijkheid kan gepaard gaan met verlening van een adellijke titel. Indien de toekenning wordt ingetrokken, wordt per koninklijk besluit bepaald of de verlening van de adellijke titel alsmede wordt ontnomen. Indien de adellijke titel wordt gehandhaafd, vervalt de territoriale verwantschap.

Artikel 6 – Gouden Boek
Alle erkende en verleende adellijke titels worden in het Gouden Boek opgenomen, welke wordt bijgehouden door de koning.

Tweede hoofdstuk: Bijzondere adel

Artikel 7 – Koninklijke adel
De titels van de koninklijke adel zijn:
a. Prins-gemaal of koningin-gemalin;
b. Kroonprins of kroonprinses;
c. Prins of prinses;

Artikel 8 – Kerkadel
1. De titels van de kerkadel, voor zover erkent door deze wet en verwantschap met de heerlijkheden, zijn:
a. Prinsbisschop;
b. Abdijvorst of abdijvorstin.
2. De titels van de kerkadel worden volgens de orde van de Bataafse Catologische Kerk verleend en ontnomen.

Artikel 7 – Dienstadel
1. De titels van de dienstadel zijn:
a. Huisgraaf of huisgravin;
b. Baljuw;
c. Landheer of landvrouwe;
d. Landvoogd of landvoogdes;
e. Stadhouder.
2. De titels van de dienstadel zijn niet te vererven, maar zijn direct verbonden aan de toekenning van een heerlijkheid.

Derde hoofdstuk: Rangkronen en aanspreekvormen

Artikel 8 – Rangkronen
Voor koninklijke adel, adel en dienstadel wordt per koninklijk besluit de rangkronen vastgesteld. Alleen met de juiste rangkroon mag het wapen worden gevoerd.

Artikel 9 – Aanspreekvormen
In het formele taalgebruik zijn de volgende aanspreekvormen te voeren, waarbij de hoogste titel in de aanspreekvorm geldt:
a. Koning of koningin: majesteit;
b. Prins-gemaal, koningin-gemalin, (kroon)prins of (kroon)prinses van koninklijke adel: koninklijke hoogheid;
c. Aartshertog, aartshertogin, prins van adel, prinses van adel, groothertog, groothertogin, grootvorst of grootvorstin: doorluchtige hoogheid;
d. Hertog, hertogin, landgraaf, landgravin, markgraaf, markgravin, markies of markiezin: illustere hoogheid;
e. Rhijnegraaf, Rhijnegravin, graaf, gravin, huisgraaf, huisgravin, burggraaf, burggravin, paltsgraaf of palsgravin: hooggeboren;
f. Baron, barones, baanderheer, baandervrouw, heer, vrouwe, vrijheer, vrijvrouw, jonkheer of jonkvrouw: hoogwelgeboren;
g. Minister, minister van staat, ambassadeur of diplomaat: excellentie;
h. Baljuw of stadhouder: hoogedelachtbare;
i. Landheer, landvrouwe, landvoogd, landvoogdes: hoogedelgestrenge;
j. Prinsbisschop: eminentie;
k. Abdijvorst of abdijvorstin: hoogwaardig.

Vierde hoofdstuk: Slotbepalingen

Artikel 10 – Aanhef
Deze wet kan worden aangehaald als “Wet op de Adeldom” of “Adelwet”.

Getekend te Schaarlecht,
Op 3 Grasmaand 1671 AN


Arkadius Frederik Gustavus des Vinandy, Koning van Batavië, Prins van Vinandy, Aartshertog van 's Koningenwaarde, Hertog van Gasconje, Hertog van Levensburg, Graaf van Bourbon, Graaf van Dasburgh, Graaf van Girond, Baron van Ammerswoude en op de Loet, Baron van Bergkirche, Baron van Heydelberg, Heer van Audinghen, Heer van Paravel

Image

Post Reply

Return to “Rijksbibliotheek”